Regels

Waren zij uitzonderingen? Als ons maar tijd werd gegund om te spreken, zouden we allemaal beweren dat we 'n uitzondering waren. Ieder van ons heeft wel iets dat voor hem pleit. Allemaal verdienen we het voordeel van de twijfel.
Maar er zijn tijden dat er voor al dat aandachtige luisteren, al die uitzonderingen, al die genade, simpelweg geen tijd is. Er is geen tijd voor, dus halen we de regels weer uit de kast. En dat is jammer, ontzettend jammer. Dat had je van Thucydides kunnen leren. Het is ontzettend jammer als wij zulke tijden ingaan. We zouden ze moeten ingaan met het lood in onze schoenen. Ze dienen bepaald niet met open armen te worden ontvangen.
J.M.Coetzee, Age of Iron, London 1990; IJzertijd 1992, 82-83.