Gedicht voor ons kind
Je bent gedragen om verlost te worden
gekomen om te gaan
de streng die je bond
aan het lichaam van je moeder
moest verbroken worden
om je te laten leven.
Dit mogen we nooit vergeten: je bent geen bezit.
Wij hebben jóu niet
jij hebt óns
om je te leiden
te beschermen
te bewaren voor angst
om je te zeggen
dat we niet bang zijn
als het onweert
en met je te zingen in de nacht.
Wij zijn toeschouwers aan de rand van je leven
we mogen je gadeslaan
terwijl je speelt
en naar je lachen
terwijl je verloren bent
in wat je ziet en doet.
We zien je langzaam worden wat je bent
we houden de weg open naar je geluk
|
en trachten te verhinderen
dat je wordt wat je niet zijn kunt. Als je naar God vraagt
vertellen we van Jezus als je naar de dood vraagt vertellen we van het leven vraag je waar je vandaan komt dan zullen wij zeggen: uit de wereld der liefde. Je mag ons eenmaal verlaten je bent er om dat te doen je mag je heengaan voleindigen. Al wat wij voor je deden is voorlopig. Je moet ons niet worden.
Je moet jezelf worden. Je moet worden waarheen je wijst: je eigen wonder. We hopen voor je
altijd je verschijnt in onze gebeden. We hopen dat je blij zult worden
levend in de schepping man en vrouw |
wandelend in licht
van vergeving
en wachtend op het Rijk.
Je mag gaan. Je zult het. Het is een gebod een belofte. Ga heen in vrede. |
Geert Boogaard, Tijd en teken, Nijkerk z.j., 5.
|